Portefeuillehouders
Wethouder Willem-Jan Stegeman
E-mail: WethouderStegeman@amersfoort.nl
Verantwoordelijk voor:
Financiën en belastingen, inclusief deelnemingen
en PPS
Grondzaken/vastgoed
Stadhuis, inclusief stadhuisplein
Stadshart, inclusief De Nieuwe Stad
Evenementen
De Hoef
Wijkwethouder: Liendert en Rustenburg
Doelstellingen
- Lasten die reëel zijn bij het voorzieningenniveau. Bij de kwaliteit en het voorzieningenniveau van een stad als Amersfoort horen lokale lasten die beperkt blijven, maar wél reëel en op een gemiddeld niveau zijn.
- Kostendekkend opleggen van rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges/retributies.
Onze inzet
De lastenontwikkeling is, ondanks een stijging van de OZB, vrij gematigd. Gemiddeld stijgen de lasten voor eigenaren van woningen zo’n 3%. Voor huurders is de lastenontwikkeling veel lager, namelijk 1,6%. Afvalstoffenheffing en rioolheffing stijgen licht. De ontwikkeling van de onroerende-zaakbelasting wordt voor het jaar 2019 gekenmerkt door een tweetal elementen: peilaanpassing en de afbouw van de precariobelasting. De lastenontwikkeling zal deels nog worden beperkt, omdat het nutsbedrijf als gevolg van de verlaagde precario onder toezicht van de ACM de tarieven dient te verlagen.
Inwoners met een minimuminkomen die de lokale lasten niet kunnen betalen, kunnen kwijtschelding krijgen. Dit geldt ook voor de privéaanslag van ondernemers met een minimum inkomen.
We zorgen voor een tijdige en correcte verzending van waardebeschikkingen en belastingaanslagen. Beschikkingen en aanslagen worden zoveel mogelijk met dagtekening 31 januari, maar uiterlijk met dagtekening 28 februari (wettelijke termijn) verzonden. Ook de afhandeling van bezwaarschriften vindt tijdig plaats. De termijn voor het doen van een uitspraak is het einde van het kalenderjaar, maar Amersfoort rondt dat traject vóór 1 oktober af. We verlenen kwijtschelding zo mogelijk geautomatiseerd; schriftelijke verzoeken handelen we binnen een gemiddelde termijn van 50 dagen af.
Van m3 naar m2
Op 8 september 2016 heeft de Waarderingskamer het besluit genomen om met een overgangstermijn van vijf jaar alle gemeenten en uitvoeringsorganisaties de woningen verplicht te laten taxeren op basis van de gebruiksoppervlakte. De belangrijkste reden daartoe is dat dit beter aansluit bij de markt. Immers in nagenoeg alle (internet) advertenties voor de verkoop van woningen staat de gebruiksoppervlakte van de woning centraal. Op dit moment wordt er binnen de Gemeente Amersfoort voor woningen nog getaxeerd op basis van kubieke meters inhoud (m3). Dit houdt dus in dat er een omvangrijke conversie moet gaan plaatsvinden van inhoud (m3) naar oppervlakte (m2) voor alle woningen binnen onze gemeente. Het simpelweg overnemen van de oppervlakte vanuit de BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) is hierbij niet toegestaan. Onder andere omdat de eisen die de Waarderingskamer stelt aan de kwaliteit van de berekeningen hoger zijn dan dat die worden gesteld bij de BAG. Uiterlijk belastingjaar 2022 moet de overgang naar taxeren op basis van gebruiksoppervlakte gerealiseerd zijn. Wij streven ernaar om dit in 2021 gerealiseerd te hebben zodat we in geval van een calamiteit nog een “uitwijk” hebben.
Aansluiting op de berichtenbox van MijnOverheid
In 2017 is de afdeling Belastingen aangesloten op de berichtenbox van MijnOverheid. Dit betekent dat WOZ-beschikkingen/aanslagbiljetten gemeentelijke belastingen en aanmaningen, beveiligd in de berichtenbox worden geplaatst wanneer inwoners daarvoor toestemming hebben gegeven. Voor bedrijven komt er een bedrijvenvariant. Ongeveer de helft van alle privé-aanslagen wordt al via de berichtenbox verzonden.
Digitale belasting balie
De digitale balie van belastingen gaat het middelpunt vormen van de digitale dienstverlening voor inwoners en bedrijven rondom het proces van waarderen, heffen en innen. De digitale dienstverlening wordt optimaal ingezet om een kwalitatief goed product te kunnen leveren dat voldoet aan de eisen van deze tijd. De digitale belastingbalie zal naadloos aansluiten bij het dienstverleningsconcept in wording van Amersfoort rondom gemeentebrede portals voor zowel medewerkers als inwoners en bedrijven. Er zal een significante vermindering zijn in het gebruik van papier en inkt, niet alleen binnen de organisatie maar ook bij inwoners en ondernemers. Het duurzame groene imago dat wij nastreven wordt hierin direct getoond. Werkprocessen worden nog efficiënter ingericht en er zal een bijzonder geringe doorlooptijd gerealiseerd worden. Amersfoort wordt daarmee zichtbaar een flexibele organisatie die aan de huidige eisen van onze inwoners en ondernemers kan voldoen en laat zien dat wij echt dichtbij staan. Door gebruik te maken van de digitale belastingbalie zal de multichannel voor de voormeldingen, kwijtscheldingen en betalingsregelingen gaan vervallen.
Betalingstermijnen aanslagen
Voor aanslagen die via automatische incasso worden geïnd gelden 10 termijnen. Ruim 70% van de belastingbetalers betaalt via automatische incasso. Het aantal termijnen zal in 2019 worden gehandhaafd. Aanslagbedragen van meer dan € 5.000 kunnen overigens niet via automatische incasso worden geïnd. Daarvoor geldt een betaaltermijn van een maand. Voor overige niet-automatische incasso’s gelden twee betaaltermijnen.
In het vervolg van deze paragraaf lichten wij onze beleidsvoornemens nader toe. Voor de indicatoren verwijzen wij naar programma 12 van de begroting.
Onroerende-zaakbelasting (OZB)
Tariefsontwikkeling
De reguliere peilaanpassing is bepaald op 2%. Daarnaast is in de herstelbegroting uit 2015 opgenomen dat de precariobelasting in 2018 zou worden verhoogd met € 1,3 miljoen en dat wanneer de precariobelasting zou worden afgeschaft of beperkt deze verhoging zou worden opgenomen in de OZB. In een eerder stadium is echter besloten de verhoging pas in 2019 te effectueren, zodat deze nu wordt verwerkt. De precariobelasting vervalt in 2022. Uw raad heeft ervoor gekozen om de precariobelasting geleidelijk af te bouwen. De afbouw van de precario wordt verwerkt in de OZB, voor 2019 een bedrag van € 575.000. Daartegenover staat een extra incidentele verlaging van € 650.000, die bovenop de reeds in 2018 geëffectueerde incidentele verlaging van € 400.000 komt, per saldo dus € 1.050.000. Alle maatregelen tezamen zorgt voor een verhoging van de gemiddelde aanslag OZB met 4,8%.
Daarnaast was reeds jaren in de Verordening OZB opgenomen dat het bedrag per aanslagregel naar beneden afgerond werd op hele euro’s. Deze passage is uit de verordening gehaald, waardoor inwoners en bedrijven het reële bedrag en niet een afgerond bedrag betalen. Er is geen gemeente gevonden die die afronding nog toepast. Afvalstoffenheffing werd overigens al nimmer afgerond, zodat het aanslagbedrag bij woningen ook nimmer een bedrag op hele euro’s betrof.
Herwaardering
Voor het belastingjaar 2019 zal de OZB worden gebaseerd op de nieuwe taxatiewaarden per 1 januari 2018. Vanuit het oogpunt van stabiliteit en voorspelbaarheid hebben schommelingen van WOZ-waardes geen invloed op de hoogte van de gemiddelde aanslag OZB. Niet wanneer waardes dalen, maar ook niet als waardes stijgen. Bij de tariefsaanpassing voor 2019 zullen wij ervoor zorgen dat als gevolg van de herwaardering de tarieven in procenten weliswaar lager zijn, maar dat de aanslag OZB in centen gelijk blijft. Wel kan het natuurlijk zo zijn dat bepaalde typen onroerend goed een waardeontwikkeling laten zien die van het gemiddelde afwijkt, hetgeen dan ook tot een hogere of lagere belastingaanslag zal leiden. Vooral voor woningen geldt dat de waardeontwikkeling voor sommige categorieën fors is. Uit de eerste resultaten van de herwaardering zijn flinke schommelingen te zien tussen wijken en typen woningen. De afwijkingen variëren van een stijging van enkele procenten tot waardestijgingen van wel 20% en meer. Juist bij grote waardestijgingen zullen belastingplichtigen meer dan gemiddeld bijdragen aan OZB en rioolheffing. Dat feit brengt naar alle waarschijnlijkheid met zich dat een groter aantal Amersfoorters contact zoekt of bezwaar maakt. Dat effect was in 2018 al duidelijk, toen de waardestijgingen ook fors waren.
Bij de vaststelling van de verordeningen OZB en rioolheffing gaan wij nader in op de uitkomsten van de herwaardering en zullen dan eveneens de nieuwe gemiddelde WOZ-waarde opnemen (verplichte indicator BBV). Vanwege de complexiteit van de markt voor onroerend goed op dit moment is het nog de vraag of de herwaardering voor de begrotingsvaststelling kan worden afgerond.
Samenwerking met inwoners en bedrijven
Wij streven naar een zo goed mogelijke herwaardering, vertrouwen op deze waardering en streven naar een zo beperkt mogelijk aantal bezwaarschriften. Daarom stuurt de afdeling Belastingen jaarlijks een zogenaamde voormelding aan enkele duizenden eigenaren van onroerend goed. Eigenaren krijgen een geprognosticeerde WOZ-waarde, met daarbij een onderbouwing van de totstandkoming van die waarde. Dat alles in een digitale omgeving, die benaderbaar is via DigiD. Met een respons van zo’n 25% worden door de voormelding vooraf eventuele gebreken, verbouwingen etc. onderkend. Niet alleen het aantal bezwaarschriften neemt daardoor relatief af, maar het vertrouwen in een WOZ-waarde waar eigenaren invloed op kunnen hebben, neemt daardoor toe.
Daarnaast is de mogelijkheid om contact op te nemen met de taxateur en met hem of haar te overleggen over de totstandkoming van de WOZ-waarde. Ook wanneer de aanslag/WOZ-beschikking al is opgelegd en de inwoner of het bedrijf hierover vragen heeft, of als hij het niet eens is met de waarde. Dat past in een informelere benadering van geschilsituaties. Immers, een juridisch juiste duiding van een geschil, betekent niet automatisch dat een probleem is opgelost. Zonder afbreuk te doen aan de procedurele rechtvaardigheid, zijn er mogelijkheden om te zorgen voor effectieve geschilbeslechting. Het grote voordeel voor inwoners en bedrijven is dat zij niet per definitie bezwaar moeten maken om tot een oplossing te komen. Zo lossen we samen een probleem op.
Om de inwoners en bedrijven helder en bondig inzicht te geven hoe de OZB tot stand komt is er een informatief / illustratief filmpje gepubliceerd op YouTube en de website van gemeente Amersfoort.
Afvalstoffenheffing
Algemeen
De afvalstoffenheffing wordt kostendekkend geheven. Dat wil zeggen dat ook de kwijtschelding, oninbaarverklaringen en een deel van de kosten van straatvegen door worden berekend in de tarieven. Dit beleid van volledige kostendekking zetten wij ook in 2019 voort. De gehanteerde heffingssystematiek met twee tarieven, een (lager) tarief voor eenpersoonshuishoudens en een (hoger) tarief voor meerpersoonshuishoudens, blijft bestaan in 2019.
Kostenontwikkelingen
Voor de kosten Avu (verwerking) geldt dat de milieubelasting op restafval die de gemeente af moet dragen aan het rijk is gestegen. Op jaarbasis is dat € 0,4 miljoen. Deze verhoging is opgenomen in de kosten voor verwerking van afval. Desondanks is de tariefontwikkeling zeer gematigd.
Tabel: PL.01 Kostenbasis afvalstoffenheffing
Afvalverwerking | Begroting 2019 |
AVU | 3.808 |
ROVA | 8.428 |
Zwerfafval | 1.078 |
Compensabele BTW | 2.504 |
Oninbaar | 12 |
Kwijtschelding | 1.036 |
Overige kosten | 998 |
Opbrengst oud papier en PMD | -1.797 |
Totaal afvalverwerking | 16.067 |
Overige kosten gespecificeerd: | |
Diensten van derden | 409 |
Kapitaallasten | 21 |
Lasten voor inning (incl. loonindexering) | 183 |
Directe en indirecte lasten | 214 |
Overhead | 171 |
Totaal overige kosten | 998 |
Tarieven
De stijging van de kostenbasis leidt tot een verhoging van de afvalstoffenheffing met één tot vier euro per huishouden, 0,6-1,4%. Eenpersoonshuishoudens betalen in 2019 een bedrag van € 207,12 (was € 205,92), meerpersoonshuishoudens € 259,92 (was € 256,20). Beide tarieven zijn verplichte indicatoren voor het BBV.
Geraamde opbrengst afvalstoffenheffing is € 16,067 miljoen, dekkingsgraad is 100%.
Rioolheffing
Algemeen
De rioolheffing wordt geheven voor bekostiging van beheer en onderhoud van het gemeentelijk rioleringsstelsel. Evenals de afvalstoffenheffing is de rioolheffing kostendekkend. De kosten van kwijtscheldingen, oninbaarverklaringen en het grondwaterbeheer zitten in deze heffing verwerkt, als ook een deel van de kosten voor straatreiniging/zwerfafval.
Kostenontwikkelingen
De kostenbasis is ten opzichte van 2018 gestegen door prijspeil en areaaluitbreiding. Grosso modo komt de rioolheffing in 2019 zo’n 1,8% hoger uit dan in 2018. Daarnaast worden bedragen, evenals bij de OZB niet meer naar beneden afgerond op hele euro’s.
Tabel: PL.02 Kostenbasis rioolheffing
Riolering | Begroting 2019 |
Dotaties aan voorzieningen | 5.750 |
Kwijtschelding | 157 |
Oninbaar | 31 |
Straatreiniging | 674 |
Beheer wegen- en watergangen | 786 |
Compensabele BTW | 1.929 |
Overige kosten | 3.938 |
Totaal riolering | 13.265 |
Overige kosten gespecificeerd: | |
Diensten derden | 1.671 |
Rova | 1.327 |
Lasten voor inning (incl. loonindexering) | 183 |
Dienstverlening wijkbeheer | 414 |
Directe en indirecte lasten | 191 |
Overhead | 152 |
Totaal overige kosten | 3.938 |
Herwaardering
Voor de rioolheffing geldt dat de aanslag is gebaseerd op de WOZ-waarde van het pand. De hoogte van de tarieven is daarom afhankelijk van de uitkomst van de herwaardering. Evenals bij de OZB is de ontwikkeling van de WOZ-waardes niet relevant voor de hoogte van de gemiddelde aanslag. Voor de tarieven en de uitkomst van de herwaardering Wet WOZ verwijzen wij u naar de belastingvoorstellen.
Precariobelasting nutsbedrijven
Het Rijk heeft de precariobelasting voor ondergrondse infrastructuur voor nutsbedrijven beperkt. Gemeenten die deze belasting in 2016 al hieven mogen deze nog tot en met 2021 blijven heffen met maximaal het tarief dat gold in 2016. Amersfoort valt binnen deze overgangsregeling, maar dat betekent wel dat de voorziene verhoging in 2019 geen doorgang kan vinden. Deze is verwerkt in de OZB. Daarnaast is in de kadernota 2018-2022 besloten de precario voor nutsbedrijven vanaf 2019 in vier gelijke tranches af te bouwen en de vermindering van de precario op te nemen in de OZB. Ook deze maatregel is verwerkt, zodat de tarieven voor ondergrondse infrastructuur voor nutsbedrijven met 25% dalen. Het nutsbedrijf zal als gevolg van de verlaagde precario onder toezicht van de ACM de tarieven dienen te verlagen.
Overige belastingen en rechten
De hondenbelasting en de (overige) precariobelasting volgen in 2019 de peilaanpassing, die geraamd is op 2%. Bij vrijwel alle overige heffingen zijn de tarieven gebaseerd op 100% kostendekking. Dit betekent dat daarin in 2019 alle kostenontwikkelingen ten opzichte van 2018 zijn verwerkt. Bij de paspoorten/identiteitskaarten is dit niet het geval, aangezien het Rijk hiervoor maximumtarieven heeft vastgesteld. Ook voor rijbewijzen is door het Rijk een maximumtarief ingesteld. Het tekort op deze leges wordt gedekt uit de algemene middelen.
Lastenontwikkeling burgers
In het volgende overzicht is aangegeven hoe de ontwikkelingen in de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing, uitgaande van de hiervoor uiteengezette beleidsvoornemens, bij benadering voor de gemiddelde burger uitwerken. Wij benadrukken dat het hier gaat om het statistische begrip gemiddelde burger in een woning van € 234.000 (gemiddelde WOZ-waarde per 1/1/2017, verplichte indicator BBV). Voor individuele burgers zal de feitelijke lastenontwikkeling anders kunnen zijn dan hieronder vermeld. Dat is afhankelijk van de economische waarde van de woning en van de vraag of hij/zij in aanmerking komt voor kwijtschelding. Verder is de lastenontwikkeling uiteraard afhankelijk van de nieuwe WOZ-waarde van de woning. Met deze kanttekeningen ontstaat het volgende beeld van de gemiddelde lastenontwikkeling in 2019 (percentages wijken af als gevolg van afrondingsverschillen):
Tabel: PL.03 Lastenontwikkeling burgers
(bedragen x € 1,--)
Eenpersoonshuishoudens | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Ontwikkeling | |
OZB-gebruikersdeel | 0 | 0 | ||
Rioolheffing-gebruikersdeel | 57 | 58 | 1,7% | |
Afvalstoffenheffing | 205 | 207 | 0,9% | |
Lasten huurders | 262 | 265 | 1,1% | |
OZB-eigenarendeel | 335 | 351 | 4,8% | |
Rioolheffing-eigenarendeel | 71 | 72 | 1,4% | |
Lasten eigenaren / bewoners | 668 | 688 | 3,0% | |
Meerpersoonshuishoudens | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Ontwikkeling | |
OZB-gebruikersdeel | 0 | 0 | ||
Rioolheffing-gebruikersdeel | 57 | 58 | 1,7% | |
Afvalstoffenheffing | 256 | 260 | 1,6% | |
Lasten huurders | 313 | 318 | 1,6% | |
OZB-eigenarendeel | 335 | 351 | 4,8% | |
Rioolheffing-eigenarendeel | 71 | 72 | 1,4% | |
Lasten eigenaren / bewoners | 719 | 741 | 3,1% |
Lastenontwikkeling bedrijven
Hieronder geven wij aan hoe de jaarlijkse gemeentelijke lasten zich in 2019 voor een gemiddeld bedrijf ontwikkelen. Wij zijn daarbij uitgegaan van een gemiddelde waarde van een bedrijfspand van € 648.000 (WOZ-waarde per 1/1/2017).
Tabel: PL.04 Lastenontwikkeling bedrijven
(bedragen x € 1,--)
Bedrijven (cq niet-woningen) | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Ontwikkeling | |
OZB-gebruikersdeel | 1.708 | 1.790 | 4,8% | |
Rioolheffing-gebruikersdeel | 408 | 415 | 1,7% | |
Lasten huurders | 2.116 | 2.205 | 4,2% | |
OZB-eigenarendeel | 2.090 | 2.190 | 4,8% | |
Rioolheffing-eigenarendeel | 552 | 562 | 1,8% | |
Lasten eigenaren | 2.642 | 2.752 | 4,2% | |
Lasten eigenaren/gebruikers | 4.758 | 4.957 | 4,2% |
Kwijtschelding van belastingen
Net als in voorgaande jaren worden de maximale mogelijkheden tot het verlenen van kwijtschelding benut. Wat ‘maximaal’ is zal, zo blijkt uit een brief van minister Ollongren van 5 juni jl., niet ruimer zijn dan tot nu het geval was. In 2011 is een wetswijziging aangenomen die gemeenten meer ruimte moest geven bij het kwijtschelden van lokale belastingen. Het ging hierbij om de wijze waarop het vermogen in aanmerking wordt genomen. Deze wijziging moest echter nog worden uitgewerkt in nadere regels. De minister heeft nu aangegeven dat de kwijtscheldingnormen niet worden opgetrokken naar de normen uit de Participatiewet. Het gelijkstellen (verhogen) van de vermogensnorm bij kwijtschelding van lokale lasten aan de vermogensnorm in de Participatiewet heeft weliswaar voor gemeenten belangrijke administratieve voordelen, maar verslechtert tegelijkertijd de armoedeval.
Gezien de afspraken uit het regeerakkoord over het terugdringen van de armoedeval, heeft de minister besloten om de vermogensnorm die gemeenten mogen hanteren bij kwijtschelding van lokale lasten voor particulieren niet te verhogen.
Of kwijtschelding wordt verleend hangt af van de betalingscapaciteit van belastingschuldigen. Bij de bepaling daarvan houden wij rekening met 100% van de kosten van levensonderhoud zoals die normatief zijn opgenomen in de landelijke richtlijnen voor het kwijtscheldingsbeleid. Van de mogelijkheid om lagere normen (90% of 95%) te hanteren is bewust geen gebruik gemaakt om zodoende de meest ruimhartige kwijtschelding te kunnen verlenen. Ook ondernemers komen voor kwijtschelding van de privé-aanslag in aanmerking. Aan bijstandsgerechtigden, inwoners die uitsluitend een AOW-uitkering hebben en ondernemers met een BBZ-uitkering wordt in de regel geautomatiseerd kwijtschelding verleend. Deze groep, groot zo’n 3.500 belastingschuldigen, hoeft dus geen verzoek om kwijtschelding in te dienen. De gemeente handelt daar proactief door met verleende toestemming van belastingschuldigen gegevens te laten toetsen bij het Inlichtingenbureau, een onderdeel van het Bureau ketenregistratie werk en inkomen (BKWI). Kwijtschelding is mogelijk voor de OZB, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de hondenbelasting (max.1 hond).
Opbouw belastingramingen
Tabel: PL.05 Belastingramingen
REKENING | BEGROTING | BEGROTING | RAMING | RAMING | RAMING | ||
Afvalstoffenheffing | 15.238 | 15.646 | 16.067 | 16.575 | 17.149 | 17.822 | |
Hondenbelasting | 649 | 685 | 696 | 696 | 696 | 696 | |
OZB | 40.121 | 42.447 | 45.032 | 46.544 | 48.056 | 49.074 | |
Precariobelasting | 2.507 | 2.452 | 1.880 | 1.305 | 730 | 155 | |
Rioolheffing | 12.305 | 12.825 | 13.266 | 13.403 | 13.609 | 13.831 | |
TOTAAL | 70.820 | 74.056 | 76.940 | 78.523 | 80.239 | 81.577 |