Financiële ontwikkelingen na de meerjarenbegroting 2018-2021 Het saldo van de begroting 2018-2021 was voor alle jaarschijven sluitend met een overschot in alle jaarschijven dat opliep naar het jaar 2021. Na het vaststellen van de meerjarenbegroting 2018-2021 hebben zich nog de volgende financiële ontwikkelingen voor gedaan die meegenomen zijn als input voor de Kaderbrief 2019-2022:
Tabel: FO.01 Beschikbare ruimte op basis van de begroting 2018 en de septembercirculaire 2017
KADERBRIEF 2019 | RAMING 2020 | RAMING 2021 | RAMING 2022 | ||
Begroting 2018-2021 | 4.600 | 8.000 | 12.000 | 12.000 | |
Struct Effect Jaarrekening 2017 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Algemene uitkering (sc) | 0 | -100 | -200 | -200 | |
Maartcirculaire | 9.500 | 11.800 | 14.600 | 18.500 | |
Prijspeilaanpassing gf | 3.600 | 3.600 | 3.600 | 0 | |
Opschalingskorting 2022 | 0 | 0 | 0 | -1.100 | |
OZB (trendmatige verhoging) | 800 | 800 | 800 | 800 | |
Uitbreiding griffie | -300 | -300 | -300 | -300 | |
Totaal | 18.200 | 23.800 | 30.500 | 29.700 | |
Af: loon/prijsontwikkeling | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | |
Totaal | 12.200 | 17.800 | 24.500 | 23.700 | |
Eerste inschatting meicirculaire 2018 | -350 | -1.350 | -2.000 | -4.000 | |
Eindtotaal | 11.850 | 16.450 | 22.500 | 19.700 |
Toelichting
- De meerjarenbegroting 2018-2021 sloot met een overschot in de jaren 2019-2021. Indien er een beleidsarme begroting zou worden gemaakt, kent de jaarschijf 2022 dezelfde baten en lasten als de jaarschijf 2021 (de laatste jaarschijf van de huidige meerjarenbegroting). Dat betekent dat het surplus van 2021 zich ook manifesteert in de jaarschijf 2022 (voor een bedrag van € 12,0 miljoen). In feite is de jaarschijf 2022 daarmee een kopie van de jaarschijf 2021.
- De jaarrekening 2017 kent diverse mee- en tegenvallers. Die zijn grotendeels incidenteel van aard. Er zitten echter ook structurele effecten in die doorwerken naar latere jaren. De structurele meevallers zijn grofweg even groot als de tegenvallers. Het structurele effect van de jaarrekening 2017 bedraagt derhalve per saldo € 0 voor de komende jaren.
- De septembercirculaire van het gemeentefonds kende voor de komende jaren een klein negatief effect dat oploopt naar € 0,2 miljoen negatief.
- Onze begroting leidt in prijzen van het eerstvolgende begrotingsjaar (dat noemen we constante prijzen). Dat betekent dat we de jaren ná dat jaar terug moeten rekenen naar het prijspeil van (in deze begroting) 2019. Dit doen we door het gemeentefonds, dat elk jaar in het prijspeil van dat jaar luidt, terug te rekenen naar het prijspeil van het eerste begrotingsjaar. Dat ‘kost’ ons grofweg € 3,6 miljoen per jaar (structureel en cumulatief). Vorig jaar was de begroting gebaseerd op het prijspeil 2018. Het prijspeil in onze begroting moeten we nu aanpassen naar het nieuwe begrotingsjaar. We moeten als het ware ‘ons been weer bij trekken’. Hierdoor ontstaat structureel € 3,6 miljoen meer ruimte. Behalve in het laatste begrotingsjaar dat er nu nieuw bij gekomen is. Die moet immers ook weer teruggerekend worden naar het prijspeil van 2019, waardoor we in dat jaar ook weer een ‘plakje’ prijspeil eraf moeten halen.
- In oktober 2017 is het Regeerakkoord van het nieuwe kabinet gepresenteerd. Op basis van het regeerakkoord is vervolgens een Interbestuurlijk Programma (IBP) gesloten met de gemeenten, provincies en waterschappen. Een van de elementen uit dat IBP is dat het gemeentefonds vanaf 2020 niet meer gekoppeld wordt aan de netto gecorrigeerde rijksuitgaven (wat voorheen het geval was) maar aan de rijksuitgaven inclusief zorg en sociale zekerheid. Dit betekent dat het gemeentefonds wat minder zal fluctueren dan de afgelopen jaren het geval was. Voortaan tellen ook de rijksuitgaven aan de zorg mee in de koppeling met het gemeentefonds. Hogere zorguitgaven van het Rijk leiden daarmee (ceteris paribus) tot een hogere gemeentefondsuitkering. Vanaf 2020 moeten we als gemeente echter ook de volumegroei en prijsontwikkeling van het sociaal domein grotendeels zelf opvangen. Dat past in het beeld van de nieuwe koppeling van het gemeentefonds aan de rijksuitgaven. Of dit echter voldoende financiële ruimte oplevert, zal de toekomst uit moeten wijzen. Vooralsnog leidt het regeerakkoord en het IBP tot hogere rijksuitgaven op tal van terreinen, waardoor het gemeentefonds ook flink groeit de komende jaren.
Het Kabinet heeft beloofd duidelijkheid te scheppen over de extra accressen op grond van het IBP in de maartcirculaire. Op 20 maart is die maartcirculaire verschenen. Op basis daarvan krijgen we er de komende jaren geld bij, oplopend van ongeveer € 9,5 miljoen in 2019 naar € 24,5 miljoen in 2022.
Dit zijn echter bedragen in lopende prijzen, dat wil zeggen in het prijspeil van het desbetreffende jaar. Onze begroting luidt altijd in constante prijzen, nl. in prijzen van het eerste begrotingsjaar. Dat betekent dat de extra accressen van het IBP nog gecorrigeerd moeten worden voor de te verwachten prijsontwikkeling. Voorheen gingen we uit van 2,5% van onze gemeentefondsuitkering van een kleine € 150 miljoen wat een correctie van € 3,6 miljoen per jaar en cumulatief opleverde. Nu echter vanaf 2020 een groot deel van de integratie-uitkering sociaal domein over gaat naar de algemene uitkering, dient dat deel ook teruggerekend worden naar constante prijzen. 2,5% loon/prijsstijging voor het deel van het sociaal domein dat over gaat, betekent een bedrag van ongeveer afgerond € 2 miljoen
Daarmee rekening houdend, blijft minder over van de enorme accressen uit het IBP. Nl. een reeks van € 9,5 miljoen oplopend naar € 18,5 miljoen in 2022.
- De opschalingskorting, een maatregel uit het vorige kabinet Rutte, staat nog steeds overeind, maar loopt de komende jaren wel steeds sneller op. Tot en met 2021 zit die korting verwerkt in onze begroting. In 2022 komt die er nu nieuw bij en kost ons dus extra geld. Na 2022 loopt deze opschalingskorting verder op, met ruim € 1 miljoen per jaar cumulatief.
- De OZB (en andere belastingen, met uitzondering van de precariobelasting op ondergrondse kabels en leidingen van nutsbedrijven) worden jaarlijks trendmatig met 2% verhoogd. Dat levert voor de OZB € 0,8 miljoen aan extra structurele ruimte op.
- Uw Raad heeft op 6 maart jl. besloten tot uitbreiding van de griffie. Dit kost structureel € 0,3 miljoen.
- De loon/prijsontwikkeling ramen we momenteel hoger dan 2,5%. Met name de te verwachten loonstijging (incl. sociale premies) schat het Centraal Planbureau hoger in. We kwamen daardoor ten tijde van de Kaderbrief op een gemiddelde loon/prijsstijging van 3,2% voor 2019. Dat kost in onze begroting structureel ongeveer € 6,0 miljoen.
- Vlak voor het verzenden van de Kaderbrief is de meicirculaire van het gemeentefonds verschenen. Op basis van een eerste snelle doorrekening van die circulaire hebben we een bedrag oplopend van € 0,4 miljoen 2019 naar € 4 miljoen in 2022 in mindering gebracht op de berekende financiële ruimte.
Er resteert dan een financiële ruimte voor de komende jaren zoals die in de Kaderbrief aan uw Raad is weergegeven.
Deze ruimte is ingezet bij het Coalitieakkoord ten behoeve van de nieuwe keuzes en de autonome ontwikkelingen.
Naast deze financiële ruimte voor de komende jaren, behoort ook het jaarrekeningsaldo van 2017 tot de beschikbare ruimte, zij het dat deze ruimte incidenteel van aard is.
Het batig saldo van de jaarrekening is primair gebruikt om over te hevelen voor projecten die in 2018 of latere jaren doorgang moeten vinden en om in reserves te storten. Er resteert dan een netto beschikbare incidentele financiële ruimte van € 7,6 miljoen, welke incidenteel beschikbaar is voor incidentele lasten de komende jaren.
Totaal structureel beschikbare ruimte In het meerjarenbeeld ten behoeve van de Kaderbrief 2019-2022 kent de jaarschijf 2019 de laagste beschikbare ruimte. Deze ondergrens beschouwen we als de structureel beschikbare ruimte. Deze structurele ruimte bedraagt € 11,9 miljoen. Wanneer de werkelijk beschikbare ruimte per jaarschijf wordt verminderd met het structureel beschikbare bedrag, resteert de incidentele ruimte per jaar. Dat geeft het volgende beeld:
Tabel: FO.02 Totaal beschikbare structurele en incidentele ruimte
Raadskeuzes investeringen | BEGROTING 2019 | RAMING 2020 | RAMING 2021 | RAMING 2022 | na 4 jaar | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stadshart | 500 | 500 | 500 | 1.500 | ||
Stationsgebied | 500 | 500 | 3.000 | 4.000 | ||
Fietsplan | 1.000 | 1.000 | 1.500 | 1.500 | 5.000 | |
Transitie duurzame mobiliteit | 1.000 | 1.000 | 2.000 | |||
Herhuisvesting HC Eemvallei | 3.000 | 3.000 | ||||
Saldo | 15.500 | |||||
Kapitaallasten raadskeuzes | BEGROTING 2019 | RAMING 2020 | RAMING 2021 | RAMING 2022 | ||
Stadshart | 10 | 20 | 110 | |||
Stationsgebied | 10 | 20 | 280 | |||
Fietsplan | 20 | 40 | 70 | |||
Transitie duurzame mobiliteit | 20 | 20 | 140 | |||
Herhuisvesting HC Eemvallei | ||||||
Saldo | 60 | 100 | 600 | |||
Overige raadskeuzes | BEGROTING 2019 | RAMING 2020 | RAMING 2021 | RAMING 2022 | ||
Duurzaamheid | ||||||
Energietransitie | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | ||
Sociaal Domein | ||||||
Opvang groei zorgvraag | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | ||
Minimabeleid / armoedebestrijding | 300 | 800 | 800 | |||
Voorzieningen | ||||||
Cultuur | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | ||
Sport | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | ||
Groen / groenvisie | 500 | 500 | 500 | 500 | ||
Organisatie | ||||||
Versterking ambtelijke organisatie | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | ||
Bestuur / ondersteuning | 500 | 500 | 500 | 500 | ||
Veiligheid | 500 | 500 | 500 | 500 | ||
Saldo | 8.800 | 8.500 | 9.300 | 9.300 | ||
Dekking | BEGROTING 2019 | RAMING 2020 | RAMING 2021 | RAMING 2022 | ||
Beschikbare ruimte (A) | 11.900 | 11.900 | 11.900 | 11.900 | ||
Af: Autonome ontwikkelingen | -1.700 | -2.000 | -1.900 | -3.000 | ||
Resteert voor raadskeuzes | 10.200 | 9.900 | 10.000 | 8.900 | ||
Raadskeuzes | ||||||
Kapitaallasten raadskeuzes | 0 | 60 | 100 | 600 | ||
Overige raadskeuzes | 8.800 | 8.500 | 9.300 | 9.300 | ||
Saldo structureel | 1.400 | 1.340 | 600 | -1.000 | ||
Benodigde ruimte - incidenteel, raadskeuzes | BEGROTING 2019 | RAMING 2020 | RAMING 2021 | RAMING 2022 | in 4 jaar | |
Raadskeuzes | ||||||
Energietransitie | 2.500 | 2.000 | 3.000 | 7.500 | ||
Groen | ||||||
- Bomenfonds | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 3.000 | ||
- Ontwikk. Vathorst Noord / Hammetje | 2.000 | 500 | 1.500 | 4.000 | ||
Investeringsfonds onderwijs & economie | 500 | 1.500 | 1.000 | 3.000 | ||
Omgevingswet | 500 | 500 | 1.000 | 2.000 | ||
Evenementen | 400 | 400 | 800 | |||
Stadhuis–onderzoek nieuwbouw/renovatie | 750 | 750 | ||||
Benodigde ruimte | 7.150 | 4.500 | 8.400 | 1.000 | 21.050 | |
Dekking | BEGROTING 2019 | RAMING 2020 | RAMING 2021 | RAMING 2022 | ||
Beschikbare ruimte | 7.600 | 4.600 | 10.700 | 7.900 | ||
Bij: Overheveling surplus structureel | 1.400 | 1.300 | 600 | - | ||
Af: Autonome ontwikkelingen | -1.700 | -1.200 | -1.100 | -100 | ||
Resteert voor raadskeuzes | 7.300 | 4.700 | 10.200 | 7.800 | ||
Raadskeuzes | 7.150 | 4.500 | 8.400 | 1.000 | ||
Saldo incidenteel | 150 | 200 | 1.800 | 6.800 |
Toelichting
Surplus jaarschijf begroting
Zoals onder de ‘structureel beschikbare ruimte’ is aangegeven, kent de jaarschijf 2019 de laagste beschikbare ruimte. Daarmee is dit bepalend voor de structurele ruimte die vanwege deze ondergrens vastgesteld is op € 11,9 miljoen. Als de werkelijk beschikbare ruimte per jaarschijf wordt verminderd met dit (structurele) beschikbare bedrag, resteert de incidentele ruimte per jaar.
Batig saldo jaarrekening
Het saldo van de jaarrekening over 2017 bedroeg voor bestemming en overheveling € 22,2 miljoen positief. Van dit voorlopig rekeningsaldo is een aantal zaken bestemd dan wel overgeheveld Er resteert dan een resultaat na bestemming en overheveling van € 7,6 miljoen positief. Dit saldo is incidenteel beschikbaar en samen met de hierboven genoemde incidentele ruimte als zodanig ook ingezet ten behoeve van de incidentele raadkeuzes.
Invulling ruimte Kaderbrief In het Coalitieakkoord 'Samen aan de slag' zijn voorstellen gedaan om binnen de (incidenteel en structureel) beschikbare financiële ruimte van de Kaderbrief onze ambities in te vullen. Uw Raad heeft op 19 juni 2018 het Coalitieakkoord vastgesteld met de volgende ambities, waarbij het structurele saldo van 2021 € 1 miljoen negatief is.
Tabel: FO.03 Ambities coalitieakkoord 2018-2022
BEGROTING 2019 | RAMING 2020 | RAMING 2021 | RAMING 2022 | ||
1 | Saldo Coalitieakkoord 2018-2022 structureel | 1.400 | 1.340 | 600 | -1.000 |
Aanvullende mutaties | |||||
1.1 | Mutaties op de algemene uitkering tot en met de meicirculaire 2018 | -2.577 | 489 | 557 | 4.545 |
1.2 | OZB (Minder kantoren) | -253 | -628 | -798 | -355 |
1.3 | Mutatie Rente | 843 | 1.825 | 1.653 | 1.774 |
1.4 | Indexering (lonen en prijzen) | -564 | -574 | -516 | -330 |
1.5 | Invoering Woningwet | -70 | -70 | -70 | -70 |
1.6 | Privacy | -120 | -120 | -120 | -120 |
1.7 | Versterking juridische zaken | -170 | -170 | -170 | -170 |
1.8 | Voorziening onderhoud MFA’s | -90 | -90 | -90 | -90 |
1.9 | Ondersteuning college | -90 | -90 | -90 | -90 |
1.10 | Areaaluitbreiding | -1.300 | -1.900 | -3.100 | -3.900 |
1.11 | reclame opbrengsten | 270 | 270 | 270 | 270 |
Totaal structureel saldo na aanvullende mutaties | -2.722 | 281 | -1.874 | 464 | |
2 | Saldo Coalitieakkoord 2018-2022 incidenteel | -1.300 | -1.100 | 1.200 | 6.800 |
Aanvullende mutaties | |||||
2.1 | Reclameopbrengsten | -270 | -270 | ||
2.2 | Generatiepact | 300 | 0 | -300 | 0 |
2.3 | WNRA (Normalisering Rechtspositie Ambtenaren) | -150 | |||
2.4 | Privacy | -242 | |||
2.5 | Versterking juridische zaken | -100 | |||
Totaal incidenteel saldo na aanvullende mutaties | -1.762 | -1.370 | 900 | 6.800 | |
Subtotaal saldo I en S na aanvullende mutaties | -4.484 | -1.089 | -974 | 7.264 | |
3 | Dekking | ||||
3.1 | Inzet voordeel meicirculaire 2018 | 2.234 | |||
3.2 | Inzet incidenteel saldo uit 22 Structureel | 480 | 1.000 | -1.480 | |
3.3 | Inzet incidenteel saldo uit 22 Incidenteel | 1.770 | 1.050 | -2.820 | |
Totaal begrotingssaldo | 0 | -39 | 26 | 2.964 | |
Incidentele en structurele middelen coalitieakkoord
Begroting | Raming | Raming | Raming | |
Structureel | ||||
02 Septembercirculaire 2017 | 0 | -100 | -200 | -200 |
03 Prijspeilaanpassing gemeentefonds | 3.600 | 3.600 | 3.600 | 0 |
04 Maartcirculaire 2018 | 9.500 | 11.800 | 14.600 | 18.500 |
05 Opschalingskorting 2022 | 0 | 0 | 0 | -1.100 |
06 OZB (Trendmatige verhoging) | 800 | 800 | 800 | 800 |
07 Uitbreiding griffie | -258 | -258 | -258 | -258 |
08 Loon/prijspeilontwikkeling (2,5%) | -6.000 | -6.000 | -6.000 | -6.000 |
09 Meicirculaire 2018 (voorlopige indicatie) | -350 | -1.400 | -2.000 | -4.000 |
11.01 Beheer brandweerposten | -148 | -148 | -148 | -148 |
11.02 Nieuwe taken Basisregistratie Grootschalige Topografie/Toezicht initiatieven openbare ruimte | -14 | -14 | -14 | -14 |
11.03 Weggevallen Reclameopbrengsten billboards | -270 | -270 | -270 | -270 |
11.04 Ondersteuning vluchtelingen | -4 | -4 | -4 | -4 |
11.05 Beheerkosten te verkopen Vastgoed | -152 | -480 | -480 | -480 |
11.06 Lagere huurinkomsten verkoop panden | -145 | -145 | -145 | -145 |
11.07 Bezwaar, beroep en dwangsommen JDA | -27 | -27 | -27 | -27 |
11.08 Schoonmaakbudget Stadhuis (Amfors) | -40 | -40 | -40 | -40 |
11.10 Mobiele telefonie | -54 | 4 | 3 | 6 |
11.11 Informatiebeveiliging ICT | -20 | -20 | -20 | -20 |
11.12 Uitvoering wet garantiebanen en reintegratiebegeleiding O&T | -150 | -150 | -150 | -150 |
12.01 Vervangingsinvesteringen Openbare Ruimte | 0 | 0 | 0 | -100 |
12.02 Exploitatieopbrengsten CBA | 91 | 124 | 123 | 239 |
12.02 Onderhoud en vervangingsinvesteringen CBA | -11 | -44 | -43 | -159 |
12.03 Reguliere vervanging kantoorinventaris | 0 | 0 | 0 | -3 |
12.04 Vervangingsinvesteringen ICT | 0 | 10 | 143 | -183 |
12.05 Vervanging kleine applicaties | 0 | 0 | 0 | -164 |
12.06 Vervangingsinvesteringen kunstgrasvelden | 0 | -34 | -93 | -126 |
12.07 Doordecentralisatie Onderwijshuisvesting (reeks) | 0 | 0 | 0 | -451 |
12.08 Ontwikkeling onderwijslocaties | -100 | -100 | -100 | -100 |
13 Stadshart | 0 | -10 | -20 | -110 |
14 Stationsgebied | 0 | -10 | -20 | -280 |
15 Fietsplan | 0 | -20 | -40 | -70 |
16 Transitie duurzame mobiliteit | 0 | -20 | -20 | -140 |
17 Energietransitie | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 |
18.01 Indexatie groei | -5.000 | -5.000 | -5.000 | -5.000 |
18.02 Consequenties rijksbeleid | -2.000 | -2.000 | -2.000 | -2.000 |
18.03 CPB raming autonome groei | 0 | -1.000 | -2.000 | -3.000 |
18.05 Ombuiging via transformatie innovatie | 0 | 500 | 1.500 | 2.000 |
18.06 Resultaten extern onderz ombuiging | 0 | 3.000 | 4.000 | 5.000 |
19.01 Actiefpremie | -300 | 0 | 0 | 0 |
19.02 Minimabeleid | 0 | 0 | -800 | -800 |
20 Cultuur | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 |
21 Sport | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 |
22 Groen / groenvisie | -500 | -500 | -500 | -500 |
23 Versterking ambtelijke organisatie | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 |
24 Bestuur / ondersteuning | -500 | -500 | -500 | -500 |
25 Veiligheid | -422 | -422 | -422 | -422 |
Subtotaal Structureel | -6.474 | -2.878 | -545 | -4.419 |
Incidenteel | ||||
01 Saldo begroting 2018 | 4.566 | 8.011 | 11.950 | 11.950 |
10 uit batig saldo jaarrekening 2017 | 7.577 | 0 | 0 | 0 |
12.02 Onderhoud en vervangingsinvesteringen CBA | -80 | -80 | -80 | -80 |
18.04 Inzet reserve Sociaal Domein | 4.000 | 1.500 | 500 | 0 |
26.01 Nieuwe taken Basisregistratie Grootschalige Topografie/Toezicht initiatieven openbare ruimte | 51 | 51 | 0 | 0 |
26.02 Plankosten initiele projecten | -1.000 | -1.000 | -1.000 | 0 |
26.03 Bomenonderhoud op vastgoedlocaties | -196 | 0 | 0 | 0 |
26.04 Woonwagenlocatie Verdistraat | -200 | 0 | 0 | 0 |
26.05 Huisvesting 19-jarige statushouders | -100 | -100 | -75 | -50 |
27 Energietransitie | -2.500 | -2.000 | -3.000 | 0 |
28 Bomenfonds | -1.000 | -1.000 | -1.000 | 0 |
29 Ontwikk. Vathorst Noord / Hammetje | -2.000 | -500 | -1.500 | 0 |
30 Investeringsfonds onderwijs & economie | 0 | -500 | -1.500 | -1.000 |
31 Omgevingswet | -500 | -500 | -1.000 | 0 |
32 Evenementen | -400 | 0 | -400 | 0 |
33 Stadhuis-onderzoek nieuwbouw/renovatie | -750 | 0 | 0 | 0 |
Subtotaal Incidenteel | 7.468 | 3.882 | 2.895 | 10.820 |
TOTAAL Coalitieakkoord | 994 | 1.005 | 2.350 | 6.401 |
Bovenstaande zaken zijn opgenomen en verwoord in het Coalitieakkoord. Daarbij zijn nu ook de autonome ontwikkelingen die in het Coalitieakkoord gesaldeerd opgenomen waren, afzonderlijk weergegeven.
Financiële ontwikkelingen na het coalitie akkoord
Tabel: FO.05 Financiële ontwikkelingen na het Coalitieakkoord
BEGROTING 2019 | RAMING 2020 | RAMING 2021 | RAMING 2022 | |||
1 | Saldo Coalitieakkoord 2018-2022 structureel | 1.400 | 1.340 | 600 | -1.000 | |
Aanvullende mutaties | ||||||
1.1 | Mutaties op de algemene uitkering tot en met de meicirculaire 2018 | -2.577 | 489 | 557 | 4.545 | |
1.2 | OZB (Minder kantoren) | -253 | -628 | -798 | -355 | |
1.3 | Mutatie Rente | 843 | 1.825 | 1.653 | 1.774 | |
1.4 | Indexering (lonen en prijzen) | -564 | -574 | -516 | -330 | |
1.5 | Invoering Woningwet | -70 | -70 | -70 | -70 | |
1.6 | Privacy | -120 | -120 | -120 | -120 | |
1.7 | Versterking juridische zaken | -170 | -170 | -170 | -170 | |
1.8 | Voorziening onderhoud MFA’s | -90 | -90 | -90 | -90 | |
1.9 | Ondersteuning college | -90 | -90 | -90 | -90 | |
1.10 | Areaaluitbreiding | -1.300 | -1.900 | -3.100 | -3.900 | |
1.11 | reclame opbrengsten | 270 | 270 | 270 | 270 | |
Totaal structureel saldo na aanvullende mutaties | -2.722 | 281 | -1.874 | 464 | ||
2 | Saldo Coalitieakkoord 2018-2022 incidenteel | -1.300 | -1.100 | 1.200 | 6.800 | |
Aanvullende mutaties | ||||||
2.1 | Reclameopbrengsten | -270 | -270 | |||
2.2 | Generatiepact | 300 | 0 | -300 | 0 | |
2.3 | WNRA (Normalisering Rechtspositie Ambtenaren) | -150 | ||||
2.4 | Privacy | -242 | ||||
2.5 | Versterking juridische zaken | -100 | ||||
Totaal incidenteel saldo na aanvullende mutaties | -1.762 | -1.370 | 900 | 6.800 | ||
Subtotaal saldo I en S na aanvullende mutaties | -4.484 | -1.089 | -974 | 7.264 | ||
3 | Dekking | |||||
3.1 | Inzet voordeel meicirculaire 2018 | 2.234 | ||||
3.2 | Inzet incidenteel saldo uit 22 Structureel | 480 | 1.000 | -1.480 | ||
3.3 | Inzet incidenteel saldo uit 22 Incidenteel | 1.770 | 1.050 | -2.820 | ||
Totaal begrotingssaldo | 0 | -39 | 26 | 2.964 |
Ontwikkelingen na het vaststellen van het coalitieakkoord
Na het vaststellen van het coalitieakkoord heeft zich nog aan aantal ontwikkelingen voorgedaan die van invloed zijn op de begroting.
Zo leidde nagekomen berichtgeving van het Rijk tot gewijzigde inzichten over de uitkomsten van de meicirculaire van het gemeentefonds. Dat betekent een nadeel voor de jaarschijf 2019 van onze begroting en een voordeel voor het jaar 2022.
Als gevolg van leegstand bij kantoorruimtes en het ombouwen van kantoren tot woningen, is de OZB-opbrengst van de eigenaren en gebruikers van niet-woningen (zoals kantoren) lager dan eerder geraamd. Dit heeft een structureel effect, want de OZB-tarieven voor de eigenaren van woningen ligt lager dan de OZB-tarieven voor de eigenaren en gebruikers van niet-woningen .
De ontwikkeling van onze financieringsbehoefte (de hoeveelheid geld die we moeten lenen is lager) en de ontwikkeling van de rentestand zelf leidt de komende jaren tot een voordelig effect op onze begroting.
Gezien de recente cao-akkoorden die gesloten zijn bij het Rijk en provincies, achten wij de kans groot dat voor de sector gemeenten ook een cao akkoord gesloten gaat worden met relatief hoge loonstijgingen. Dit, in combinatie met verder stijgende sociale premies, leidt er toe dat we de komende jaren verwachten meer geld kwijt te zijn aan de loonkosten.
De invoering van de woningwet leidt tot extra kosten die we moeten maken en die we niet op anderen kunnen verhalen, wat een structureel nadeel betekent voor onze meerjarenbegroting.
Dat geldt ook voor de maatregelen die we moeten treffen om te (blijven) voldoen aan de AVG en om te waarborgen dat alle gegevens goed beschermd zijn en blijven. Daar zijn zowel incidenteel als structureel extra middelen voor nodig.
Ons college heeft gemerkt dat de juridische capaciteit momenteel te mager is gezien alle risico’s die we lopen op diverse terreinen. Dat is reden om zowel incidenteel als structureel meer geld uit te trekken voor juridische zaken .
Voor onze Multi Functionele Accommodaties (MFA’s) hebben we recentelijk nieuwe onderhoudsplannen opgesteld. Die voorzien in het onderhoud voor de komende 30 jaren van deze MFA’s. Op basis van die onderhoudsplannen, is een structurele storting in de onderhoudsvoorziening van € 90.000 nodig om het onderhoud op termijn uit te kunnen voeren.
Bij ons aantreden hadden wij verwacht dat de extra ondersteuning voor de extra wethouders in ons College binnen de daarvoor geraamde dekking zou vallen. Dat blijkt nu niet het geval te zijn, waardoor er € 91.000 extra nodig is om ons College goed te kunnen ondersteunen in de dagelijkse werkzaamheden.
In het kader van het financieel solide beleid hebben wij structureel geld uit getrokken om de groei van de stad te faciliteren. Dat komt tot uiting in extra middelen voor areaaluitbreiding. Tot nog toe groeiden de fysieke budgetten mee met de groei van het aantal inwoners en woningen; vanaf de begroting 2019 laten wij ook de budgetten van het sociaal domein meegroeien met de groei van de stad. Ten opzichte van de meerjarenbegroting 2018-2021 leidt dit tot hogere lasten. We zijn dan echter wel geëquipeerd om de groei van de stad op te vangen. De bedragen in de meerjarenraming worden jaarlijks bijgesteld aan de hand van de meest recente inschatting van de ontwikkeling van het aantal inwoners en woonruimten.
In het Coalitieakkoord gingen we er nog van uit dat de reclame opbrengsten van de billboards een structurele tegenvaller voor onze begroting zou betekenen. Voortschrijdend inzicht leidt er toe dat we die inkomsten in 2019 en 2020 inderdaad niet realiseren .Voor de jaren daarna zoekt ons college naar mogelijkheden om toch extra inkomsten te genereren met reclame.
De Wet Normalisering Rechtspositieregeling Ambtenaren leidt in 2019 tot eenmalige kosten van € 150.000. Daarnaast vindt er een verschuiving plaats van de beschikbare middelen van het generatiepact: die worden van 2019 naar 2021 geschoven voor een bedrag van € 0,3 miljoen
De door het Rijk ingevoerde belasting op het verbranden van huishoudelijk afval van € 0,4 miljoen berekenen wij door in onze tarieven afvalstoffenheffing, zodat dit een budgettair neutraal effect heeft op onze begroting. De ontwikkeling van de tarieven afvalstoffenheffing is ondanks het doorberekenen van deze belasting, redelijk gematigd.
De meicirculaire 2018 (zie ook de RIB 2019-071) gaf voor de jaarschijf 2018 aan dat er € 2,2 miljoen aan ruimte zou zijn. Die ruimte willen wij in 2019 eenmalig inzetten. In 2022 hebben we incidenteel een surplus. Wanneer we dat surplus inzetten in de jaarschijf 2019 en 2020 realiseren we in alle jaren van deze meerjarenbegroting per saldo een sluitende begroting, waarbij in de jaarschijf 2022 naar de huidige inzichten nog een positief saldo van € 2,9 miljoen resteert.
Meicirculaire
Na het verschijnen van de meicirculaire, is deze doorgerekend; de uitkomsten zijn via een RIB met uw Raad gedeeld. De belangrijkste uitkomsten daarvan zijn hieronder weergegeven.
Tabel: MC.01 Raadsinformatiebrief meicirculaire 2018
(bedragen x € 1.000.000,--)
BEGROTING 2019 | RAMING 2020 | RAMING 2021 | RAMING 2022 | |
Meicirculaire 2018 | 282,2 | 287,6 | 291,3 | 295,8 |
BCF plafond | 0,6 | 0,0 | -0,7 | -2,0 |
Meicirculaire 2018 ( incl. BCF) | 282,8 | 287,6 | 290,6 | 293,8 |
Septembercirculaire 2017 (-/-) | 269,5 | 269,2 | 267,8 | 269,8 |
Verschil | 13,3 | 18,4 | 22,8 | 24,0 |
Af: Effect van groei van de stad en land | 0,8 | 0,8 | 1,2 | 2,6 |
Af: Taakmutaties (-/-) | 1,0 | 1,7 | 4,0 | 4,8 |
Resteert | 11,5 | 15,9 | 17,6 | 16,6 |
Af: Al in Kaderbrief 2019 opgenomen (-/-) | 12,8 | 13,9 | 16,0 | 13,2 |
Af: Extra peilaanpassing gf SD (-/-) | 0,4 | 0,8 | 1,2 | |
Netto beschikbaar accres (+ is extra ruimte) | -1,2 | 1,6 | 0,8 | 2,2 |
In die RIB hadden we al een voorbehoud gemaakt dat het, vanwege de overheveling van een deel van het sociaal domein van de integratie-uitkering naar de algemene uitkering van het gemeentefonds, lastiger was om de effecten van de circulaire op dat punt door te rekenen. De berichtgeving vanuit het ministerie was op dit punt soms ook tamelijk diffuus. Inmiddels is er meer helderheid. Dat leidt tot een afwijking in de jaarschijven 2019 en 2022. Zie de tabel hieronder.
Tabel: MC.02 Ontwikkeling Algemene uitkering ten opzichte van de begroting 2018
(bedragen x € 1.000.000,--)
BEGROTING 2019 | RAMING 2020 | RAMING 2021 | RAMING 2022 | ||
Begroting 2019-2022 | 282,2 | 287,6 | 291,3 | 295,8 | |
Begroting 2018-2021 | 268,1 | 268,0 | 266,8 | 266,8 | |
Verschil | 14,1 | 19,7 | 24,6 | 29,0 | |
Af: Kaderbrief 2019* | 12,8 | 13,9 | 16,0 | 13,2 | |
Bij: BCF plafond | 3,0 | 2,4 | 1,7 | 0,4 | |
Af: Prijspeilaanpassing SD | 0,0 | 2,4 | 4,8 | 7,2 | |
Af: Taakmutaties | 7,0 | 5,3 | 4,9 | 4,6 | |
Ontwikkelingen circulaires | -2,7 | 0,5 | 0,6 | 4,5 |
In de meicirculaire krijgen we ook middelen voor de taken die we uit moeten voeren. Die middelen staan als baat in het programma Financiën en belastingen; de lasten staan op de desbetreffende inhoudelijke programma's. Onderstaand de taakmutaties zoals die in de meicirculaire 2018 waren opgenomen, met daarbij de inschatting wat het onze gemeente kost (of oplevert) om die taken (niet meer) uit te voeren.