Begroting 2019

Financieel solide beleid

 

Financieel solide beleid

Onder een financieel solide beleid verstaan we dat de begroting meerjarig materieel reëel en structureel in evenwicht is en de risico’s in voldoende mate zijn afgedekt. Volgens de eisen van de provinciale toezichthouder is het formeel gezien voldoende wanneer het eerste begrotingsjaar of het laatste begrotingsjaar materieel, reëel en structureel in evenwicht is. Ons college en uw Raad hebben samen aangegeven hierin verder te willen gaan en voor iedere jaarschijf van de komende meerjarenbegroting een materieel reëel en structureel sluitende begroting te willen hebben. Dat wil zeggen dat in elk jaar de structurele baten hoog genoeg zijn om de structurele lasten af te dekken, dat de ramingen van baten en lasten realistisch zijn en dat het weerstandsvermogen voldoende groot is om alle geïnventariseerde risico’s die er zijn, het hoofd te kunnen bieden.
Het financieel solide beleid blijkt ook uit de prioritering die ons College heeft aangebracht in de uitgaven. De vervangingsinvesteringen en de onontkoombare ontwikkelingen krijgen financieel voorrang. Hiermee zijn alle kostenstijgingen die op dit moment in beeld zijn, realistisch in onze begroting en meerjarenraming opgenomen. Daarna vangen we de groei van de stad financieel op alsmede de keuzes van de raad die financieel zijn opgenomen in het coalitieakkoord. We zijn terughoudend bij de inzet van reserves maar houden ons weerstandsvermogen op peil. De saldireserve zetten we alleen in om schommelingen in het begrotingssaldo tussen de jaren te egaliseren.

Ook houdt ons College vast aan het uitgangspunt van het anticyclische begrotingsbeleid: in goede jaren niet meteen al het geld uitgeven, maar om dan juist te sparen voor de magere jaren die weer gaan komen. Daarom houden wij ook vast aan de door uw Raad vastgestelde norm voor de weerstandsratio van 1. Ons College streeft echter zelf naar een hogere ratio, waarbij ingeteerd kan worden op de saldireserve wanneer de economische situatie daarom vraagt, en die dan weer aangevuld kan worden zodra de economie en onze financiële ontwikkelingen dat weer toestaan. Wij gaan daarover graag het gesprek aan met uw Raad.